10.) Steun een overheid die is opgezet ten behoeve van de gehele bevolking en als zodanig funtioneert

Gewetenloze en kwaadwillige mensen en groeperingen kunnen zich meester maken van de regeringsmacht en die voor hun eigen doeleinden gebruiken.

Een samenleving met een overheid die uitsluitend georganiseerd is en functioneert ten behoeve van mensen en groeperingen die op eigenbelang uit zijn, houdt niet lang stand. Dit brengt de toekomst van iedereen in het land in gevaar; het brengt zelfs diegenen in gevaar die daar op uit zijn. In de geschiedenis zijn talloze voorbeelden te vinden van regeringen die zo ten onder zijn gegaan.

Verzet tegen een dergelijke regering leidt meestal alleen maar tot nog meer geweld.

Maar we kunnen wel een waarschuwende stem laten horen als er van dit soort wijdverbreide misstanden sprake is. En we hoeven een dergelijke regering niet actief te steunen; zonder iets te doen dat onrechtmatig is, kunnen we uiteindelijk toch een hervorming tot stand brengen door gewoon niet verder mee te werken. Op het moment dat dit wordt geschreven, zijn er al verscheidene regeringen op deze wereld hun macht aan het verliezen, alleen maar doordat hun onderdanen stilzwijgend hun ongenoegen laten blijken door gewoon niet meer mee te werken. Die regeringen lopen gevaar: het kleinste beetje tegenspoed op het verkeerde moment kan hen al ten val brengen.

Wanneer het daarentegen duidelijk is dat de regering hard aan het werk is voor AL haar onderdanen, en niet voor de een of andere belangengroep of voor een krankzinnig geworden dictator, moeten we haar tot het uiterste steunen.

Er bestaat een onderwerp dat “regeren” heet. Maar het vak “maatschappijleer” zoals het op scholen wordt onderwezen, behandelt voornamelijk hoe het huidige overheidsapparaat in elkaar zit. Het eigenlijke onderwerp, “regeren”, is onder verschillende benamingen te vinden: staathuishoudkunde, politieke filosofie, politieke macht, enzovoort. Het hele onderwerp “regeren”, in theorie en praktijk, kan heel exact zijn, bijna net zo exact als een technische wetenschap. Als je graag een betere regering wilt hebben, een die geen moeilijkheden veroorzaakt, doe dan het voorstel dat er al op jonge leeftijd onderwijs wordt gegeven in dit vak. Je kunt er ook zelf wat meer over gaan lezen; het onderwerp is niet zo moeilijk, zolang je de moeilijke woorden maar opzoekt.

Per slot van rekening zijn het de burgers en hun opinieleiders die voor hun land zweten, vechten en bloeden. Een overheid kan niet bloeden, zij kan niet eens glimlachen; zij bestaat bij de gratie van het idee dat de mensen ervan hebben. Leven zit alleen in de individuele persoon – in jou.

De weg naar een gelukkig leven is moeilijk
te volgen als hij overschaduwd wordt door de onderdrukking die een
tirannie met zich meebrengt. Maar een welwillende overheid die opgezet is en
functioneert ten behoeve van de GEHELE bevolking, staat erom bekend dat zij
de weg kan effenen. Als we zo’n overheid hebben,
verdient zij onze steun.

11.) Breng mensen van goede wil geen schade toe¹

Hoewel kwaadwillige mensen beweren dat iedereen slecht is, zijn er toch ook veel goede mannen en vrouwen op de wereld. Misschien heb je wel het geluk gehad er een aantal persoonlijk te kennen.

In feite wordt de samenleving draaiende gehouden door mannen en vrouwen die van goede wil zijn. Mensen die openbare functies bekleden, opinieleiders en mensen die in particuliere bedrijven hun werk doen, zijn voor het merendeel mensen van goede wil. Als ze dat niet zouden zijn, waren ze allang opgehouden anderen ten dienste te staan.

Zulke mensen kunnen gemakkelijk worden aangevallen; het is nu juist hun eigen fatsoen dat hen ervan weerhoudt zichzelf al te veel te beschermen. Toch is het voortbestaan van het merendeel van de bevolking afhankelijk van deze mensen.

De gewelddadige crimineel, de fanatieke propagandist en de op sensatie beluste media, zij leiden allemaal onze aandacht gemakkelijk af van het keiharde, alledaagse feit dat de samenleving helemaal niet zou kunnen functioneren zonder mensen van goede wil. Omdat zij zorgen voor de veiligheid op straat, onze kinderen onderwijzen, rondgaan met de thermometer, branden blussen en op rustige toon verstandige woorden spreken, zien wij gemakkelijk over het hoofd dat het de mensen van goede wil zijn die ervoor zorgen dat de samenleving blijft draaien en dat de Mens op deze aardbol in leven blijft.

Toch staan zulke mensen soms bloot aan agressie; het is dan ook hard nodig dat er straffe maatregelen worden voorgesteld en doorgevoerd om hen te verdedigen en ervoor te zorgen dat hun geen schade wordt toegebracht, want ons eigen voortbestaan en dat van onze familieleden en vrienden is van hen afhankelijk.

De weg naar een gelukkig leven is
veel makkelijker te volgen als we
mensen van goede wil
steunen.

  1. wil: de verhouding met of de houding tegenover anderen; instelling. Oorspronkelijk sloeg “mensen van goede wil” op die mensen die het goed voor hebben met hun medemensen en eraan werken hen te helpen.

12.) Bescherm en verbeter je omgeving¹

12-1. VERZORG JE UITERLIJK.

Sommige mensen staan er niet zo vaak bij stil – omdat ze niet de hele dag naar zichzelf hoeven te kijken – dat ze medebepalend zijn voor de aanblik van de omgeving en de indruk die anderen maken. En sommigen hebben niet in de gaten, dat anderen hen beoordelen op hun uiterlijk.

Kleding kan duur zijn, maar het is niet moeilijk om aan zeep en andere middelen te komen waarmee je jezelf en je kleding kunt verzorgen. Het valt niet altijd mee om daar een bepaalde handigheid in te krijgen, maar het valt allemaal best wel te leren.

In sommige onbeschaafde of erg ontaarde samenlevingen kan het zelfs mode zijn om er zo afzichtelijk mogelijk uit te zien. Maar dat is eigenlijk een teken van gebrek aan zelfrespect.

Van sporten en werken kun je er soms vies en slordig uit gaan zien. Dat betekent echter niet dat je je daarna niet hoeft op te knappen. Sommige werklui in Nederland en andere delen van Europa weten bijvoorbeeld zelfs tijdens hun werk in hun uiterlijk toch een zekere stijl te bewaren. En het is opvallend dat sommige topsporters er toch netjes uitzien, ook al zijn ze druipnat van het zweet.

Wanneer je omgeving ontsierd wordt door mensen die er onverzorgd uitzien, kan dat, bijna zonder dat je het zelf merkt, deprimerend werken op je moreel.2

Moedig de mensen om je heen aan er goed uit te zien door hun een complimentje te geven als ze daar in geslaagd zijn, of, wanneer dat niet het geval is, door hen op een vriendelijke manier bij hun problemen te helpen. Dat zou hun zelfrespect ten goede kunnen komen, en ook hun moreel.

12-2. ZORG VOOR JE EIGEN RUIMTEN.

Als mensen hun eigendommen en hun woon- en werkruimten niet op orde houden, kan dat doorwerken op die van jezelf.

Als mensen niet in staat lijken te zijn om voor hun eigen spullen en hun eigen omgeving te zorgen, wijst dat erop dat ze het gevoel hebben niet werkelijk thuis te horen in die omgeving en niet werkelijk de eigenaar te zijn van hun spullen. In hun jeugd waren er dan te veel waarschuwingen en voorwaarden verbonden aan de dingen die ze “kregen”, of hun eigen dingen werden hun afgepakt door broers, zusjes of ouders. En misschien hadden ze ook nog het gevoel dat ze niet welkom waren.

De bezittingen, de woon- en werkruimten en de voertuigen van zulke mensen zien eruit alsof ze niet echt iemands eigendom zijn. Erger nog, soms lijken mensen zelfs hun woede uit te leven op bezittingen. Vandalisme3 is daar een uiting van: huizen, treinen of auto’s die “niemands bezit zijn”, worden in korte tijd volledig vernield.

Degenen die huizen bouwen en proberen te onderhouden voor de lagere-inkomensgroepen, worden vaak totaal moedeloos van het tempo waarmee die huizen in verval raken. Arme mensen bezitten per definitie weinig of niets. Behalve dat ze zich op allerlei manieren in het nauw gebracht voelen, krijgen ze ook nog het gevoel dat ze er niet bij horen.

Maar of mensen nu arm of rijk zijn, en wat voor redenen ze ook hebben, wanneer ze niet goed voor hun eigendommen en hun woon- en werkruimten zorgen, kunnen ze wanorde scheppen voor de mensen in hun omgeving. Je kunt je daarvan vast wel voorbeelden voor de geest halen.

Als je zulke mensen vraagt wat ze nu eigenlijk echt bezitten in het leven, en of ze het gevoel hebben dat ze werkelijk thuishoren in hun omgeving, dan zul je een aantal verrassende antwoorden krijgen. En je zult hen nog enorm geholpen hebben ook.

Orde brengen in je bezittingen en in je woon- en werkruimten is een kunst die kan worden aangeleerd. Het kan voor iemand bijvoorbeeld een volkomen nieuwe gedachte zijn dat een voorwerp na gebruik teruggelegd behoort te worden op dezelfde plaats als waar het vandaan is gehaald, zodat het weer terug te vinden is; sommige mensen besteden de helft van hun tijd aan het opzoeken van allerlei dingen. Als je wat tijd besteedt om orde te scheppen, kan dat tot voordeel hebben dat je werk sneller gaat; orde scheppen is echt niet zo’n tijdverspilling als sommigen denken.

Om je eigen bezittingen en je woon- en werkomgeving te beschermen, moet je ook anderen ertoe brengen voor hun eigen bezittingen en omgeving te zorgen.

12-3. HELP MEE GOED VOOR ONZE PLANEET TE ZORGEN.

Het idee dat we allemaal medeverantwoordelijk zijn voor onze planeet en dat we allemaal kunnen en moeten meehelpen om er goed voor te zorgen, lijkt misschien heel ver te gaan, en voor sommigen is het misschien niet realistisch. Maar in deze tijd is het nu eenmaal zo dat wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt – hoe ver dat ook weg is – van invloed kan zijn op wat er bij ons thuis gebeurt.

Recente ontdekkingen – het resultaat van ruimtesondes naar Venus – hebben aangetoond dat onze eigen wereld zodanig aangetast zou kunnen worden, dat er geen leven meer op mogelijk is. En dat zou misschien al tijdens ons huidige leven kunnen gebeuren.

Als we te veel bossen kappen en te veel rivieren en zeeën vervuilen, en als we de dampkring te zeer aantasten, dan is het met ons gedaan. De temperatuur kan oplopen tot het aardoppervlak gloeiend heet is, de regen kan in zwavelzuur veranderen. Alles wat leeft zou dan kunnen sterven.

Je zou kunnen zeggen: “Ook al is dat waar, wat kan ik daar dan nog aan doen?” Nou, al kijk je alleen maar afkeurend als mensen iets doen wat schadelijk is voor de planeet, dan doe je er al iets aan. Als je al alleen maar van mening bent dat het gewoon niet goed is om een puinhoop te maken van de planeet en die mening ook uitspreekt, dan doe je al iets.

Goed voor de planeet zorgen begint in je eigen voortuin. Maar het strekt zich ook uit over de buurt waar je doorheen komt om naar school of naar je werk te gaan. En het slaat bijvoorbeeld ook op de plaatsen waar je picknickt of op vakantie gaat. Afval achterlaten, waardoor het land en de watervoorraden vervuild raken, of onvoorzichtig zijn met vuur bij dor kreupelhout, dat zijn dingen waaraan je niet hoeft mee te doen en waar je, op momenten dat je toch niets om handen hebt, iets positiefs aan zou kunnen doen. Een boom planten, bijvoorbeeld, kan heel onbeduidend lijken, maar het is toch al iets.

In sommige landen zitten oudere mensen en werklozen niet zomaar hun tijd te verdoen en weg te kwijnen; ze worden ingezet om voor tuinen, parken en bossen te zorgen, afval op te rapen en de wereld wat mooier te maken. Er is geen gebrek aan hulpbronnen om voor de planeet te zorgen, maar daar wordt meestal niets mee gedaan. Denk maar eens aan het Civilian Conservation Corps (Burger Corps Natuurbehoud) dat in de jaren dertig van de 20e eeuw in de Verenigde Staten werd opgezet om werkloze officieren en jongeren de gelegenheid te geven hun energie nuttig te maken; dat was een van de weinige projecten, zo niet het enige, dat in die tijd van economische malaise veel meer voor de staat heeft opgeleverd dan eraan uitgegeven was. Het C.C.C. heeft uitgestrekte gebieden met nieuwe bossen beplant en andere waardevolle dingen gedaan en daarmee werd er goed gezorgd voor dat deel van de planeet dat door de Verenigde Staten wordt ingenomen. Helaas bestaat het C.C.C. niet meer. We kunnen echter op zijn minst onze mond opendoen en zeggen dat zulke projecten de moeite waard zijn, en we kunnen opinieleiders en organisaties steunen die zich bezighouden met de zorg voor het milieu.

Er is geen gebrek aan technologie. Maar technologie en de toepassing ervan kosten geld. Er kan echter geld beschikbaar komen als er een verstandig economisch beleid wordt gevoerd, met beleidsregels die niet voor iedereen een straf betekenen. Zulke beleidsregels bestaan.

Er is veel dat we kunnen doen om mee te helpen aan de zorg voor de planeet. Het begint met het idee dat we er inderdaad iets aan moeten doen. De volgende stap is dat we ook anderen op het idee brengen dat ze er iets aan moeten doen.

De Mens is op het punt gekomen dat hij over de mogelijkheden beschikt om de planeet te vernietigen. Hij moet nu zover worden gebracht dat hij in staat is haar te redden en daar de nodige maatregelen voor neemt.

Het gaat per slot van rekening om datgene waar we op staan.

Als anderen niet meehelpen om het milieu te beschermen en te verbeteren,zouden we weleens geen vaste grond meer onder onze voeten kunnen hebben om de weg naar een gelukkig leven te bewandelen.

    1. bescherm: van beschermen, voorkómen dat iets geschaad wordt; veilig
      stellen.
    1. moreel: de mentale en emotionele houding van een persoon of een groep; een gevoel van welzijn; de bereidheid om door te zetten; het gevoel een gezamenlijk doel te hebben.
  1. vandalisme: de moedwillige en kwaadaardige vernieling van openbare of particuliere eigendommen, vooral van dingen die mooi of kunstzinnig zijn.

13.) Maak je niet schuldig aan diefstal

Als je het eigendomsrecht niet respecteert, dan zijn je eigen bezittingen ook niet veilig.

Iemand die om de een of andere reden niet in staat is geweest op een eerlijke manier aan bezittingen te komen, kan net doen alsof toch niemand iets in eigendom heeft. Maar waag het niet om zijn schoenen te stelen!

Een dief laat overal raadsels achter: waar is dit gebleven, waar is dat gebleven? De overlast die een dief veroorzaakt, is veel groter dan alleen maar de waarde van de gestolen goederen.

Dieven zien al die reclame voor allerlei aantrekkelijke artikelen. Ze zijn gefrustreerd omdat ze zelf niet in staat zijn geweest iets te doen dat waardevol genoeg is om er bezittingen mee te verwerven. Of ze kunnen gewoon geen weerstand bieden aan een impuls. En allemaal verbeelden ze zich dat ze met stelen iets waardevols in handen krijgen tegen lage kosten. Maar dat is nu juist de moeilijkheid: de kosten. In werkelijkheid betaalt een dief een ongelofelijk hoge prijs. De grootste roofovervallers en dieven uit de geschiedenis hebben voor hun buit betaald met een leven in miserabele schuilplaatsen en gevangenissen; de momenten dat ze van “het goede leven” konden genieten, waren maar schaars. Hoe groot de hoeveelheid gestolen kostbaarheden ook is, het weegt nooit op tegen zo’n verschrikkelijk lot.

Gestolen goederen dalen enorm in waarde: ze moeten verborgen worden, en je vrijheid wordt er voortdurend door bedreigd.

Zelfs in communistische landen wordt een dief naar de gevangenis gestuurd.

Wie steelt geeft eigenlijk gewoon toe dat hij niet capabel genoeg is om dingen op een eerlijke manier voor elkaar te krijgen, of dat hij niet helemaal normaal is. Vraag maar aan een dief welk van de twee het is; je zult zien dat het óf het een, óf het ander is.

De weg naar een gelukkig leven
kan niet worden bewandeld met
gestolen goederen.

14.) Wees het vertrouwen van anderen waard

Als je er niet van op aan kunt dat de mensen in je omgeving betrouwbaar zijn, loop je zelf risico. Als de mensen op wie je rekent, je laten zitten, kan je eigen leven ontregeld raken en kan zelfs je hele bestaan in gevaar komen.

Wederzijds vertrouwen is de sterkste bouwsteen in een relatie tussen mensen. Als dat ontbreekt, stort het hele gebouw in.

Betrouwbaarheid is een eigenschap die hoog aangeschreven staat. Als je betrouwbaar bent, word je beschouwd als een waardevol mens. Als je het vertrouwen van anderen hebt verloren, bestaat de kans dat men je waardeloos vindt.

We zullen de mensen om ons heen ertoe moeten brengen, te tonen dat ze het vertrouwen van anderen waard zijn. Daardoor zullen ze veel waardevoller worden voor zichzelf en anderen.

14-1. HOUD JE AAN JE WOORD.

Als we iemand iets verzekeren of we doen een belofte, of we verklaren onder ede dat we iets zullen doen, dan moeten we ons daar ook aan houden. Als we zeggen dat we iets gaan doen, dan moeten we het ook doen. Als we zeggen dat we iets niet gaan doen, dan moeten we het ook niet doen.

De achting die we voor een ander hebben, is in niet geringe mate gebaseerd op de vraag of die ander zich wel of niet aan zijn woord houdt. Ook ouders zouden bijvoorbeeld verbaasd zijn als ze wisten hoezeer ze in de achting van hun kinderen dalen wanneer ze een belofte niet nakomen.

Mensen die zich aan hun woord houden, worden vertrouwd en bewonderd. Degenen die dat niet doen, worden als oud vuil bekeken.

Mensen die hun woord breken, krijgen zelden nog een tweede kans.

Iemand die zich niet aan zijn woord houdt, merkt al gauw dat hij verwikkeld raakt en vast komt te zitten in allerlei “garanties” die van hem worden gevraagd en allerlei “restricties” die hem worden opgelegd; hij kan zelfs tot de ontdekking komen dat alle normale betrekkingen met anderen verbroken zijn. Er bestaat geen grondiger manier om jezelf tot een verschoppeling te maken, dan je niet te houden aan de beloften die je hebt gedaan.

We moeten nooit toestaan dat een ander lichtvaardig zijn woord geeft. Maar als hij eenmaal iets beloofd heeft, moeten we erop staan dat hij die belofte ook nakomt. Ons eigen leven kan flink ontregeld raken als we proberen om te gaan met mensen die hun beloften niet nakomen. Het is niet zomaar iets.

De weg naar een gelukkig leven is
veel en veel makkelijker te volgen
met mensen die we kunnen vertrouwen.

15.) Kom je verplichtingen na¹

Het valt niet te vermijden dat men zich op zijn levensweg verplichtingen op de hals haalt. Eigenlijk word je al geboren met bepaalde verplichtingen, en die kunnen zich daarna al gauw vermeerderen. Het is geen nieuw of ongewoon denkbeeld dat je je ouders iets verschuldigd bent voor het feit dat ze je op de wereld hebben gebracht en je hebben opgevoed. Het is te waarderen als ouders daar niet méér de nadruk op leggen dan nodig is. Het blijven echter verplichtingen; zelfs kinderen voelen dat. En je krijgt er in de loop van je verdere leven steeds meer verplichtingen bij – tegenover anderen, tegenover vrienden, tegenover de samenleving en zelfs tegenover de wereld.

Je bewijst iemand een uitzonderlijk slechte dienst als je hem niet de gelegenheid geeft om zijn financiële en andere verplichtingen na te komen. De “opstandigheid van de jeugd” ontstaat voor een belangrijk deel doordat anderen nalaten de enige “betaalmiddelen” te accepteren die een baby, een kind of een jongere tot zijn beschikking heeft om te voldoen aan “de last van zijn verplichtingen”. De glimlachjes van een baby, de onhandige pogingen van een kind om te helpen, de adviezen die een jongere probeert te geven of gewoon de pogingen om een goede zoon of dochter te zijn, al die dingen worden gewoonlijk niet opgemerkt of niet geaccepteerd. Misschien missen die pogingen hun doel, en misschien zijn ze niet altijd even doordacht, en verflauwen ze snel, maar als het met dit soort pogingen niet lukt om de enorme schuld in te lossen, kunnen er een oneindig aantal mechanismen of rechtvaardigingen voor in de plaats komen, zoals “eigenlijk ben ik niemand iets schuldig”, “zij waren het me toch allemaal al verschuldigd”, “ik heb er toch niet om gevraagd om geboren te worden”, “mijn ouders of voogden zijn waardeloos” en “het leven is toch niet de moeite waard”, om er maar eens een paar te noemen. En toch blijven de verplichtingen zich opstapelen.

De “last van je verplichtingen” kan verpletterend worden als je geen kans ziet om eraan te voldoen. Er kunnen allerlei persoonlijke of intermenselijke verwarringen uit voortkomen. Als iemand zijn verplichtingen niet kan nakomen, dan worden de mensen aan wie hij iets verschuldigd is – ook al zijn zij zich dat vaak niet eens bewust – het mikpunt van allerlei onverwachte reacties.

Je kunt iemand die met het dilemma zit van niet nagekomen verplichtingen en onafgeloste schulden, helpen door eenvoudig met hem naar alle verplichtingen te kijken die hij zich op de hals heeft gehaald en niet is nagekomen – of het nu morele, sociale of financiële verplichtingen zijn – en zo een manier uitwerken waarop alles waaraan hij naar zijn gevoel nog moet voldoen, afgehandeld kan worden.

We behoren iemands pogingen om te voldoen aan niet-financiële verplichtingen die hij naar zijn gevoel nog moet nakomen, of het nu een kind is of een volwassene, te accepteren. Wat de financiële verplichtingen betreft zouden we moeten meehelpen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.

Probeer iemand ervan af te houden meer verplichtingen op zich te nemen dan hij kan nakomen of meer schulden te maken dan hij kan afbetalen.

De weg naar een gelukkig leven is
heel moeilijk te bewandelen als we
de last van verplichtingen moeten meenemen
die anderen nog tegenover ons hebben of waaraan we
zelf nog moeten voldoen.

  1. verplichting: een plicht, een overeenkomst, een belofte of welk ander sociaal, moreel of wettelijk vereiste dan ook waardoor je eraan gebonden bent een bepaalde gedragslijn te volgen of te vermijden; het gevoel een ander iets verschuldigd te zijn.

16.) Wees Actief¹

Werk is niet altijd even plezierig.

Maar er zijn weinig mensen die zich ongelukkiger voelen dan degenen die een doelloos, nutteloos en saai bestaan leiden; kinderen gaan zeuren tegen hun moeder als ze niets te doen hebben; de neerslachtigheid van werklozen, ook van degenen die “steun”2 trekken – of een “werkloosheidsuitkering”3 ontvangen – is overbekend; een gepensioneerde die niets meer heeft om naar toe te leven, kwijnt weg door gebrek aan bezigheden, zoals de statistieken ook uitwijzen.

Ook toeristen, die aangetrokken worden door het zalige nietsdoen dat het reisbureau hun voorspiegelt, gaan zich lastig gedragen als de reisleider hun niets te doen geeft.

Je kunt zelfs verdriet verlichten door je gewoon met iets bezig te gaan houden.

Iemands moreel neemt enorm toe wanneer hij prestaties levert. Het kan inderdaad worden aangetoond dat productie4 de maatstaf is voor het moreel.

Mensen die niet actief zijn, laten veel van de dingen die gedaan moeten worden over aan de mensen om zich heen. Ze zijn anderen al gauw tot last.

Mensen die niets uitvoeren, zijn moeilijk om mee om te gaan. Ze hebben niet alleen een deprimerende invloed, maar ze kunnen in zekere mate ook nog gevaar opleveren.

Een praktische oplossing daarvoor is zulke mensen over te halen een bezigheid te kiezen en er dan voor te zorgen dat ze ermee aan de slag gaan. Het meest duurzame profijt zal blijken te komen van werk dat tot echte productie leidt.

De weg naar een gelukkig leven is
een snelweg als hij activiteiten omvat
die tot tastbare productie leiden.

    1. actief: wordt gezegd van iemand die zich energiek toelegt op zijn studie of werk, of die op voortvarende en doelgerichte wijze dingen gedaan krijgt; het tegengestelde van iemand die lui is en niets voor elkaar krijgt.
    1. steun: geld of goederen die door overheidsinstanties worden gegeven aan mensen, omdat ze arm of behoeftig zijn.
    1. werkloosheidsuitkering: een term voor overheidssteun.
  1. productie: het voltooien van iets of het volbrengen van een taak of het verwezenlijken van een plan of het vervaardigen van een voorwerp wanneer deze dingen
    nuttig of waardevol zijn of gewoon waard om te doen of te hebben.

17.) Wees bekwaam

In een tijd van ingewikkelde apparatuur, op volle toeren draaiende machines en snelle voertuigen, hangt je eigen leven en dat van je familie en vrienden in hoge mate af van de diverse bekwaamheden die anderen hebben.

In de handel, in de wetenschappen, zowel de natuurwetenschappen als de geesteswetenschappen, en bij de overheid, kan onbekwaamheid2 een gevaar betekenen voor het leven en de toekomst van enkelen of van velen.

Je kunt hier vast wel heel wat voorbeelden van vinden.

De Mens heeft altijd al de drang gevoeld om zijn lot in eigen handen te nemen. Bijgeloof, het gunstig stemmen van de juiste goden, rituele dansen vóór de jacht, het kan allemaal gezien worden als pogingen, hoe zwak en vruchteloos ook, om controle uit te oefenen over het lot.

Pas toen hij leerde nadenken, toen hij leerde kennis op de juiste waarde te schatten en die kennis bekwaam in praktijk te brengen, begon hij baas te worden over zijn omgeving. Het echte “geschenk uit de hemel” is misschien wel het vermogen om bekwaam te zijn.

Bij alledaagse bezigheden en activiteiten voelen mensen waardering voor behendigheid en kundigheid. Maar een held of een sportman verafgoden ze er bijna om.

De maatstaf voor echte bekwaamheid is het eindresultaat.

Hoe bekwamer iemand is, des te groter is zijn kans op een goed voortbestaan. Hoe gebrekkiger zijn bekwaamheid, des te groter de kans dat hij het niet redt in het leven.

Als iemand zich bezighoudt met iets waardevols, moedig hem dan aan er een hoog niveau van bekwaamheid in te bereiken. Verzuim nooit een complimentje of beloning te geven wanneer je ziet dat iemand iets op een bekwame manier aanpakt.

Verlang van mensen dat ze hoge eisen stellen aan hun werk. De maatstaf voor een goede samenleving is of jij, je familieleden en je vrienden er wel of niet veilig in kunnen leven.

Tot de ingrediënten van bekwaamheid behoren observeren, studeren en oefenen.

17-1. KIJK

Zie wat je zelf ziet, niet wat iemand anders zegt dat je ziet.

Jouw observatie is datgene wat jij observeert. Kijk rechtstreeks naar de dingen, naar het leven, en naar anderen; kijk niet door een waas van vooroordelen, een sluier van angst of de interpretatie van een ander.

Breng mensen ertoe te kijken in plaats van met hen te bekvechten. De grofste leugens kunnen worden ontzenuwd, het grootste bedrog kan worden ontmaskerd, de ingewikkeldste vraagstukken kunnen worden opgelost, de meest opmerkelijke dingen kunnen aan het licht worden gebracht, gewoon door er rustig op aan te dringen dat de persoon in kwestie kijkt.

Wanneer iemand iets zo verwarrend en moeilijk vindt dat hij het nauwelijks kan verdragen of wanneer zijn gedachten eindeloos in een kringetje ronddraaien, laat hem dan gewoon wat afstand nemen van de zaak en ernaar kijken.

De dingen die hij dan opmerkt zijn meestal erg voor de hand liggend, als hij ze maar eenmaal met eigen ogen heeft gezien. Daarna kan hij aan de slag gaan en er iets aan gaan doen. Maar als hij het niet zelf ziet, als hij het niet zelf observeert, is het voor hem misschien niet zo reëel, en dan zal geen enkel advies, geen enkel bevel en geen enkele straf ter wereld een einde kunnen maken aan zijn verwarring.

Men kan hem wel wijzen in welke richting hij moet kijken en hem op het hart drukken dan ook eens echt te kijken, maar hij zal toch zijn eigen conclusies moeten trekken.

Of het nu een kind is of een volwassene, iemand ziet alleen wat hij zelf ziet, en dat is voor hem de werkelijkheid.

Echte bekwaamheid berust op iemands eigen vermogen om te observeren. Men kan alleen maar handig en zelfverzekerd worden als men uitgaat van de realiteit die men zelf geobserveerd heeft.

17-2. LEER

Is het je ooit overkomen dat iemand anders verkeerde informatie over je gekregen had? En heb je daardoor weleens moeilijkheden ondervonden?

Dat kan je enig idee geven van de verwarring die verkeerde informatie kan aanrichten.

Het kan best zijn dat je zelf ook verkeerde informatie over iemand hebt gekregen.

Door onjuiste informatie te scheiden van de juiste, ontstaat er begrip.

Er is veel onjuiste informatie in omloop. Voor een deel zijn het verzinsels van kwaadwillige mensen die daarmee hun eigen belangen denken te dienen. En voor een deel vloeit het volkomen voort uit onbekendheid met de werkelijke feiten. Het kan verhinderen dat mensen de juiste informatie accepteren.

Het proces van leren bestaat voornamelijk uit het zorgvuldig bekijken van de beschikbare informatie, het uitzoeken wat daarvan waar is en wat daarvan niet waar is, en wat belangrijk en onbelangrijk is, om op die manier te komen tot het trekken van conclusies die in de praktijk bruikbaar zijn. Als we het zo aanpakken, zijn we al flink op weg om bekwaam te worden.

Het criterium voor elke “waarheid” is of deze al of niet waar is voor jou. Als je alle gegevens erover hebt verkregen, als je van alle onbegrepen en verkeerd begrepen woorden erin de betekenis hebt opgehelderd en als je met eigen ogen hebt bekeken hoe het er in werkelijkheid uitziet, maar je bent er nog steeds niet van overtuigd dat het waar is, dan is het wat jou betreft ook niet waar. Verwerp het. Als je wilt, kun je daarna nog verder gaan en voor jezelf bepalen wat er dan volgens jou wél waar is. Per slot van rekening ben jijdegene die het al of niet moet gaan gebruiken, en die er al of niet mee moet kunnen denken. Als je “feiten” of “waarheden” blindelings accepteert, alleen maar omdat je te horen krijgt dat je ze moet accepteren, ook al heb je zelf de indruk dat die “feiten” en “waarheden” onwaar of zelfs gelogen zijn, dan kan het eindresultaat bijzonder triest zijn. Dat is de doodlopende steeg naar de vuilnisbak van onbekwaamheid.

Iets leren brengt voor een deel ook met zich mee dat je bepaalde dingen gewoon in je geheugen moet opslaan, zoals de spelling van woorden, de tafels van vermenigvuldiging en wiskundige tabellen of formules, of de volgorde waarin knoppen moeten worden ingedrukt. Maar zelfs als je dingen gewoon uit je hoofd leert, moet je toch weten waar de materie toe dient, en hoe en wanneer je het moet gebruiken.

Het proces van leren is niet gewoon het opstapelen van gegevens boven op eerdere gegevens. Het is een proces waarbij je nieuwe inzichten krijgt en betere manieren ontdekt om dingen in praktijk te brengen.

Mensen met wie het goed gaat in het leven, houden eigenlijk nooit op met studeren en met nieuwe dingen leren. Een bekwame technicus zorgt ervoor dat hij op de hoogte blijft van nieuwe methoden; een goede sportman houdt de nieuwe ontwikkelingen bij in zijn sport; en iedere vakman heeft zijn vakliteratuur bij de hand en raadpleegt die.

Of het nu een nieuw model eierklutser of wasmachine is, of de pas uitgekomen “auto van het jaar”, je moet ze allemaal enigszins bestuderen of er iets over leren, voordat je er op een bekwame manier mee kunt omgaan. Als je dat overslaat gebeuren er ongelukken in de keuken of liggen er stapels bloederige autowrakken op de snelwegen.

Iemand is heel arrogant als hij denkt dat er voor hem niets meer te leren valt in het leven. En hij lijdt aan een gevaarlijke blindheid als hij zijn vooroordelen en verkeerde informatie niet kan loslaten en ze niet kan vervangen door feiten en waarheden die beter van pas kunnen komen in zijn eigen leven en dat van anderen.

Er bestaan manieren om zo te studeren dat je werkelijk iets leert en het geleerde ook echt kunt gebruiken. Het komt er in het kort op neer dat je beschikt over een leraar en/of leerboeken die weten waar ze het over hebben, dat je de betekenis van elk woord opheldert dat je niet volledig begrijpt, dat je naslagwerken raadpleegt en/of met eigen ogen bekijkt hoe het vak of het onderwerp in praktijk wordt gebracht, dat je de verkeerde informatie ontzenuwt die je misschien over het onderwerp had gekregen, dat je uitzift welke gegevens juist zijn en welke onjuist, waarbij je uitgaat van wat nu waar is geworden voor jou. Het eindresultaat daarvan is zekerheid en potentiële bekwaamheid. Het kan echt een verhelderende en lonende ervaring zijn die te vergelijken is met het beklimmen van een verraderlijke berghelling vol doornstruiken: als je eenmaal de top hebt bereikt, heb je een tot dan toe ongekend uitzicht over de hele wijde wereld.

Wil een beschaving in stand blijven dan zal zij op haar scholen de methoden en vaardigheden van het studeren moeten stimuleren. Een school is niet een plaats waar je kinderen heen brengt om te voorkomen dat ze je overdag voor de voeten lopen. Als een school alleen daarvoor zou dienen, zou het een veel te kostbare aangelegenheid zijn. Het is ook geen papegaaienfabriek. De school is een plaats waar je moet leren studeren en waar kinderen kunnen worden voorbereid om met de realiteit overweg te kunnen zodat ze leren er verstandig mee om te gaan. De school is een plaats waar kinderen worden klaargestoomd om de wereld van morgen over te nemen van de volwassenen van vandaag, die dan van middelbare of hoge leeftijd zullen zijn.

Verstokte criminelen hebben nooit geleerd om te leren. De rechterlijke instanties proberen hun telkens weer bij te brengen dat ze opnieuw naar de gevangenis gestuurd zullen worden als ze weer dezelfde misdrijven plegen, maar de meesten gaan toch weer de fout in en worden opnieuw gevangengezet. In feite zijn criminelen er de oorzaak van dat er steeds meer wetten komen: de fatsoenlijke burger is degene die zich aan de wet houdt. Criminelen doen dat per definitie niet: criminelen kunnen niet leren. Geen enkel bevel, geen enkel advies, geen enkele straf of dwangmaatregel heeft ooit uitwerking op iemand die niet weet hoe je moet leren en die niet kan leren.

Een van de kenmerken van een overheid die crimineel is geworden – wat in het verleden al een aantal malen is voorgekomen – is dat haar leiders niet in staat zijn om iets te leren. Ook al kunnen ze, uit alle in de geschiedenis opgetekende feiten en door gezond verstand, weten dat onderdrukking gevolgd wordt door rampspoed, toch was er een gewelddadige revolutie voor nodig om hen aan te pakken, of een Tweede Wereldoorlog om een Hitler weg te krijgen, en dat waren noodlottige gebeurtenissen voor de mensheid. Mensen als deze regeringsleiders leerden nergens iets van. Met open armen verwelkomden ze verkeerde informatie. Elk bewijs en elke waarheid wezen ze van de hand. Ze moesten wel weggevaagd worden.

Krankzinnigen zijn niet in staat om iets te leren. De feiten, de waarheid, de realiteit liggen totaal buiten hun bereik, ofwel omdat ze gedreven worden door verborgen kwaadaardige bedoelingen, ofwel omdat ze zo in het nauw zijn gebracht dat ze niet meer normaal kunnen denken. Zij zijn de verpersoonlijking van verkeerde informatie. Ze hebben niet de wil of het vermogen om werkelijk iets waar te nemen of te leren.

Talloze problemen op het persoonlijke en het sociale vlak vinden hun oorsprong in het onvermogen of de onwil om iets te leren.

Het leven van sommige mensen in je omgeving raakte ontspoord, omdat ze niet wisten hoe ze moesten studeren en omdat ze nergens iets van leerden. Je kunt je waarschijnlijk wel een aantal voorbeelden daarvan voor de geest halen.

Als we de mensen om ons heen er niet toe kunnen brengen om te studeren en iets te leren, kan ons eigen werk veel zwaarder en zelfs te zwaar worden, en kunnen onze mogelijkheden om ons in het leven te handhaven, sterk achteruitgaan.

We kunnen anderen helpen om te studeren en dingen te leren, al is het maar door de informatie die ze nodig hebben, binnen hun bereik te brengen. We kunnen al helpen door hun wat erkenning te geven voor wat ze geleerd hebben. We kunnen alleen al tot steun zijn door onze waardering te tonen voor ieder blijk van vooruitgang in bekwaamheid. Als we willen, kunnen we nog meer doen: we kunnen anderen tot steun zijn door ze – zonder erover in discussie te gaan – te helpen met het opsporen van verkeerde informatie, door ze te helpen met het vinden van woorden die ze niet hebben begrepen (en het ophelderen van de betekenis ervan) en door ze te helpen met het achterhalen en uit de weg ruimen van de redenen waarom ze niet leren of studeren

Het leven is grotendeels een kwestie van vallen en opstaan. Als iemand een fout heeft gemaakt, is het daarom beter om uit te zoeken hoe dat gekomen is en of hij er soms iets van kan leren, dan tegen hem uit te varen.

Wellicht merk je zo nu en dan tot je eigen verbazing dat iemands leven weer op orde is gekomen, alleen maar doordat je hem zover hebt gekregen dat hij ging studeren en iets ging leren. Je kunt daar ongetwijfeld allerlei manieren voor bedenken. En je zult ook vast wel merken dat de zachtzinnigere manieren het beste werken. De wereld is al hard genoeg voor mensen die niet kunnen leren.

17-3. OEFEN.3

Wat men geleerd heeft, draagt pas vrucht wanneer men het toepast. Wijsheid kan natuurlijk nagestreefd worden omwille van wijsheid zelf; dat heeft zelfs een zekere schoonheid. Maar het is natuurlijk wel zo dat je nooit echt weet of je wijs bent of niet, totdat je de resultaten hebt gezien van pogingen om jouw wijsheid in praktijk te brengen.

Hoe goed je een bezigheid, een vaardigheid, of een beroep ook hebt bestudeerd – sloten graven, rechtspraak, techniek, koken, of wat dan ook – eens komt de proef op de som: kun je het ook DOEN? En voor het doen is oefening nodig.

Een stuntman in de filmindustrie die niet eerst oefent, raakt gewond. En een huisvrouw ook.

“Veiligheid” is niet echt een populair onderwerp. Het gaat gewoonlijk vergezeld van “pas op” en “langzaam aan”, en het kan mensen daarom het gevoel geven dat ze beperkingen krijgen opgelegd. Er is echter ook een andere kijk op mogelijk: als iemand werkelijk ergens in geoefend is, dan staan zijn vaardigheid en behendigheid op zo’n hoog peil dat hij geen acht meer hoeft te slaan op het “pas op” of “langzaam aan”. Je kunt een veilige, hoge handelingssnelheid alleen bereiken door te oefenen.

Je moet je vaardigheid en behendigheid op een peil brengen dat past bij de snelheid van de tijd waarin je leeft. En je krijgt dat voor elkaar door te oefenen.

Je kunt door te oefenen je ogen, je lichaam, je handen en je voeten zodanig oefenen dat ze gewoon “weten” wat ze moeten doen. Je hoeft niet meer “na te denken” om de kachel aan te zetten of de auto te parkeren – je DOET het gewoon. Bij elke bezigheid komt veel van wat doorgaat voor “talent”, in feite gewoon neer op oefening.

Als je niet elke beweging uitwerkt die je moet maken om iets te doen, en dan keer op keer uitvoert tot je het snel en nauwkeurig kunt doen, zonder er zelfs maar bij na te denken, kun je omstandigheden geschapen hebben waarin ongelukken plaatsvinden.

Statistieken wijzen uit dat de mensen die het minst geoefend zijn, gewoonlijk de meeste ongelukken krijgen.

Hetzelfde principe geldt voor een ambacht of een beroep waarbij je voornamelijk je verstand gebruikt. Een advocaat die niet door en door geoefend is in de procedure van een rechtszitting, heeft wellicht niet geleerd mentaal zo snel om te schakelen dat hij op een nieuwe wending in een zaak kan inspelen met een tegenzet; en dan verliest hij die zaak. Een pas beginnende, ongetrainde effectenmakelaar kan in enkele minuten een fortuin verliezen. Een onervaren verkoper die zijn verkooppraatje niet heeft gerepeteerd, kan verhongeren doordat hij niets verkoopt. De enig juiste oplossing is oefenen, oefenen, en nog eens oefenen!

Soms merkt men dat men niet kan toepassen wat men heeft geleerd. Als dat zo is, dan ligt het ofwel aan een verkeerde manier van studeren, ofwel aan de leraar of het studiemateriaal. De aanwijzingen lezen is soms heel iets anders dan proberen ze in praktijk te brengen.

Zo nu en dan leidt oefening nergens toe; in dat geval moet je het boek maar weggooien en helemaal overnieuw beginnen. Een voorbeeld daarvan zijn de geluidsopnamen voor films: als men zich hield aan de bestaande boeken over geluidsopnamen, kon men het gezang van een vogel niet beter laten klinken dan een misthoorn – dat is dan ook de reden waarom je in sommige films niet kunt verstaan wat de acteurs zeggen. Een goede geluidstechnicus moest het allemaal zelf uitzoeken om zijn werk te kunnen doen. Maar op hetzelfde terrein, de filmindustrie, komt men ook precies het tegenovergestelde tegen: er zijn verscheidene uitstekende handleidingen over belichting bij het filmen; als men de aanwijzingen erin exact opvolgt, krijgt men een prachtig resultaat.

Het is jammer, vooral in een samenleving waarin snelheid en techniek een grote rol spelen, dat niet elke activiteit op bruikbare en begrijpelijke wijze in een handleiding beschreven staat. Maar dat hoeft geen belemmering te zijn. Waardeer het als er over een onderwerp wel goede boeken bestaan, en bestudeer die dan goed. En als ze niet bestaan, zoek dan alle beschikbare informatie bijeen, bestudeer die, en werk de rest ervan zelf uit.

Maar theorieën en informatie dragen pas vrucht als ze in praktijk worden gebracht en dan nog alleen wanneer dat gepaard gaat met oefenen.

Je loopt risico als de mensen in je omgeving hun vaardigheden niet oefenen tot ze die werkelijk goed kunnen TOEPASSEN. Er is een enorm verschil tussen “goed genoeg” en professionele kundigheid en behendigheid. Die kloof wordt overbrugd met oefenen.

Breng mensen ertoe te kijken, de dingen te bestuderen, ze voor zichzelf uit te werken en ze dan toe te passen. En als dat goed gaat, breng hen er dan toe erop te oefenen, te oefenen en nog eens te oefenen, totdat ze er het peil van een vakman in hebben bereikt.

Er is heel wat plezier te beleven aan vaardigheid, behendigheid en snelheid, maar de veiligheid is alleen gewaarborgd als ze gepaard gaan met geoefend zijn. Proberen te leven met trage mensen in een snelle wereld is niet zo veilig.

De weg naar een gelukkig leven kan het best worden bewandeld met bekwame metgezellen.

    1. bekwaam: in staat om de dingen die je doet goed te doen; vaardig in wat je doet; in staat om te voldoen aan de eisen die je bezigheden aan je stellen.
    1. onbekwaamheid: gebrek aan de nodige kennis, vaardigheid of bekwaamheid;
      ongeschoold en onbekwaam zijn; steeds fouten en vergissingen maken; klungeligheid.
  1. oefenen: iets trainen of herhaaldelijk uitvoeren om een vaardigheid te verkrijgen of die te verbeteren.

18.) Respecteer de geloofsovertuiging van anderen

Verdraagzaamheid is een goede hoeksteen voor het opbouwen van relaties tussen mensen. In de loop van de geschiedenis van de Mensheid tot in onze tijd toe, heeft onverdraagzaamheid op het gebied van religie heel wat ellende en slachtpartijen teweeggebracht. Daaraan kun je zien dat onverdraagzaamheid een ernstige bedreiging is voor het voortbestaan.

Verdraagzaam zijn met betrekking tot de religie van anderen betekent niet dat je niet uit mag komen voor je eigen overtuiging. Het leidt al gauw tot moeilijkheden als je de geloofsovertuiging van een ander aanvalt of ondermijnt.

Al sinds de tijd van de oude Grieken redetwisten filosofen met elkaar over de aard van God, de Mens en het universum. De meningen van autoriteiten komen en gaan. De filosofieën die op dit moment in zwang zijn, “het mechanisme” 1 en “materialisme”2 gaan helemaal terug tot het oude Egypte en het oude Griekenland. Er wordt in beweerd dat alles materie is. De manier waarop zij de evolutie uitleggen, hoe mooi die ook mag klinken, ziet iets over het hoofd, namelijk dat die niet uitsluit dat er meer factoren in het spel kunnen zijn, factoren die misschien wel alleen maar gebruikmaken van zoiets als de evolutie. Het mechanisme en het materialisme zijn tegenwoordig de “officiële” filosofieën; ze worden zelfs op school onderwezen. Ze hebben hun eigen fanatieke aanhangers, die de overtuigingen en religies van anderen aanvallen; het gevolg daarvan kan onverdraagzaamheid en strijd zijn.

Als het zelfs de knapste koppen al sinds de vijfde eeuw voor Christus of nog eerder, niet gelukt is om het eens te worden over het onderwerp religie of anti-religie, moet het voor gewone mensen wel een strijdperk zijn waar je maar beter buiten kunt blijven.

In deze zee van strijd is er één helder principe naar voren gekomen: het recht te geloven wat je zelf verkiest.

“Geloof” en “levensbeschouwing” schikken zich niet noodzakelijkerwijs naar de logica; je kunt niet eens zeggen dat ze onlogisch zijn. Het zijn dingen die op een totaal ander vlak kunnen liggen.

Welk advies je een ander ook geeft op dit gebied, het is het veiligst als dat eenvoudig iemands recht benadrukt om te geloven wat hij zelf verkiest. Het staat iemand vrij om zijn eigen overtuiging zodanig naar voren te brengen, dat anderen die accepteren. Maar hij neemt een risico als hij de overtuiging van anderen bekritiseert, en hij neemt een nog veel groter risico als hij hen aanvalt en probeert te benadelen op grond van hun geloofsovertuiging.

De Mens heeft sinds zijn ontstaan veel troost en vreugde gevonden in zijn religies. De wijze waarop de “mechanist” en de “materialist” van tegenwoordig hun leer verbreiden, lijkt zelfs veel op de manier van doen van de priesters van weleer.

Mensen die nergens in geloven, leiden een tamelijk triest leven. Je kunt ze misschien zelfs iets geven om in te geloven. Maar als iemand wél een geloofsovertuiging heeft, respecteer die dan.

De weg naar een gelukkig leven kan
veranderen in een strijdperk
als we de geloofsovertuiging
van anderen niet respecteren.

    1. mechanisme, het: het standpunt dat al het leven slechts materie in beweging is en volledig verklaard kan worden door natuurkundige wetten. Het mechanisme werd naar voren gebracht door Leucippus en Democritus (460–370 v.Chr.) die het misschien aan de Egyptische mythologie hebben ontleend. Voorstanders van deze filosofie waren van mening dat religie buiten beschouwing moest worden gelaten, omdat ze religie niet konden herleiden tot wiskundige principes. Ze werden aangevallen door religieuze belangengroepen en vielen op hun beurt religies aan. Robert Boyle (1627–1691), die de Wet van Boyle in de natuurkunde ontwikkelde, weerlegde het door de vraag te stellen of de natuur wel of niet zo ontworpen zou kunnen zijn dat materie in beweging er deel van uitmaakt.
  1. materialisme, het: iedere theorie over het bovennatuurlijke die ervan uitgaat dat de wereld alleen uit vaste voorwerpen bestaat, zoals stenen, groot of klein. Die theorieën proberen dingen als geestelijke vermogens weg te redeneren door te verklaren dat ze kunnen worden teruggebracht tot stoffelijke zaken of de bewegingen ervan.
    Het materialisme is een heel oud idee. Er bestaan over het bovennatuurlijke ook andere ideeën.

19.) Probeer te voorkomen dat je anderen iets aandoet waarvan je niet wilt dat zij het jou aandoen

Al eeuwenlang zijn er bij vele volkeren in vele landen verschillende versies in omloop geweest van wat “De Gulden Regel” wordt genoemd.1

Het hierboven staande is een verwoording ervan die betrekking heeft op schadelijke daden.

Alleen een heilige zou door het leven kunnen gaan zonder ooit een ander schade toe te brengen. Maar alleen een crimineel doet de mensen in zijn omgeving kwaad zonder er een ogenblik bij stil te staan.

Nog afgezien van het feit dat het kwaad dat je anderen aandoet, de oorzaak kan zijn van gevoelens van “schuld”, “schaamte” en “wroeging”, die heel werkelijk en heel ernstig kunnen zijn, kan het ook nog eens een weerslag hebben op jezelf.

Niet alle schadelijke daden zijn ongedaan te maken; sommige daden die tegen anderen worden begaan, kunnen niet door de vingers worden gezien of worden vergeten. Moord is zo’n daad. Maar als je alle leefregels uit dit boek nog eens bekijkt, kun je voor jezelf wel nagaan dat een ernstige overtreding ervan bijna altijd een onherstelbare schadelijke daad is tegenover iemand anders.

De verwoestingen die je aanricht in het leven van iemand anders, kunnen ook je eigen leven te gronde richten. De samenleving reageert erop – de gevangenissen en de inrichtingen voor geesteszieken zitten propvol mensen die hun medemensen schade hebben toegebracht. Maar er zijn ook nog nadelige gevolgen van andere aard: of je nu betrapt wordt of niet, het begaan van schadelijke daden tegenover anderen kan, vooral als ze geheim blijven, tot gevolg hebben dat je houding tegenover jezelf en anderen ernstige veranderingen ondergaat, en geen van alle positief. Geluk en vreugde verdwijnen dan uit je leven.

Deze versie van “De Gulden Regel” kan ook als maatstaf worden gebruikt. Wanneer je iemand ertoe kunt brengen om deze regel toe te passen, kan het voor hem duidelijk worden wat een schadelijke daad nu eigenlijk is. Het beantwoordt de vraag wat er wordt bedoeld met schade toebrengen. Het filosofische vraagstuk over wat kwaad doen is en de discussie over wanneer iets verkeerd is, worden meteen opgelost als je het op jezelf betrekt: wil je liever niet dat het jou overkomt? Nee? Dan moet het wel een schadelijke daad zijn en dan moet het, vanuit het standpunt van de samenleving, wel een verkeerde daad zijn. Dit kan iemands sociale bewustzijn wakker roepen. En vervolgens kan het iemand helpen voor zichzelf uit te maken wat hij behoort te doen en wat hij behoort na te laten.

In een tijd waarin sommigen er niet voor terugdeinzen schadelijke daden te begaan, gaan ieders voortbestaanskansen wel bijzonder ver achteruit.

Als je de mensen kunt overreden om deze leefregel toe te passen, dan heb je hun daarmee een maatstaf gegeven waarmee ze hun eigen houding in het leven kunnen beoordelen, en voor sommigen heb je wellicht de deur opengezet om zich weer bij de Mensheid aan te sluiten.

De weg naar een gelukkig leven is
afgesloten voor diegenen
die zichzelf er niet van weerhouden
schadelijke daden te begaan.

  1. “De Gulden Regel”: hoewel de christenen deze regel, die in zowel het Nieuwe als het Oude Testament te vinden is, beschouwen als een christelijke regel, wordt er ook door vele andere mensen en volkeren over gesproken. Deze regel is ook te vinden in de Bloemlezingen van Confucius (vijfde en zesde eeuw v.Chr.) die daarmee zelf weer oudere werken citeerde. Deze regel wordt ook aangetroffen bij “primitieve” volksstammen en verschijnt in verschillende vormen in de werken van Plato, Aristoteles, Isocrates en Seneca. Duizenden jaren lang heeft de Mens deze regel beschouwd als leidraad voor ethisch gedrag. De versies die in dit boek worden gegeven zijn echter opnieuw verwoord, omdat het in de oorspronkelijke bewoording werd beschouwd als te idealistisch om zich eraan te kunnen houden. In deze versie is het mogelijk om je eraan te houden.